De 105e Tour de France eindigt met een 116 kilometer lange rit van Houilles naar Parijs. Traditoegetrouw finishen de renners op de Champs-Élysées, waar Dylan Groenewegen in 2017 naar de zege sprintte. Het is zo goed als zeker dat het ook nu weer aan de rappe mannen zal zijn.
Sprinten is dus bijna onvermijdelijk. Afgelopen editie boekte Dylan Groenewegen de mooiste zege uit zijn loopbaan op de Champs-Élysées. In 2015 en 2016 won André Greipel en de twee jaar daarvoor ging de buit naar Marcel Kittel. Mark Cavendish won viermaal op de Champs-Élysées, maar het is alweer vijf edities geleden dat hij voor het laatst de snelste was in Parijs.
De eerste drie renners aan de finish krijgen 10, 6 en 4 bonificatieseconden. Bij de tussensprint (na 76 kilometer) zijn geen seconden te verdienen, maar wel punten voor de groene trui.
De 21e etappe van de Tour de France begint om 16:20 en de finish wordt verwacht rond 19:09.
Massasprint
In een massasprint wordt er vaak veel geduwd om op zo’n goed mogelijke plek de laatste kilometer in te gaan. Vaak willen meerdere renners in het wiel rijden van de topfavoriet. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties. Bovendien worden er snelheden behaald van boven de 70 kilometer per uur. Om een massasprint te winnen is dus niet alleen een hoge snelheid nodig, maar ook veel durf en behendigheid.
Sprinttrein
Vaak probeert een ploeg in een massasprint een treintje te maken door een aantal ploeggenoten achter elkaar aan kop van het peloton te plaatsen. Deze houden dan het tempo hoog zodat er niemand meer kan ontsnappen. Vaak zijn er meerdere treintjes van verschillende ploegen naast elkaar actief. In de laatste kilometers maken de renners één voor één nog een keer goed tempo om daarna van kop af te waaien. De voorlaatste renner wordt lead-out man genoemd en het is zijn taak de sprinter zonder te veel extra inspanning binnen de laatste paar honderd meters af te zetten. De laatste van het treintje, de sprinter, komt dan pas op kop en probeert dan de sprinters van andere ploegen voor te blijven.